Leer eerst de woordenschat van het hotel.
In het ATELIER leren we per telefoon een hotelkamer te reserveren.
In een telefoongesprek is digame (= ll. zeg (het) me) een soort hallo.
Als je dus gewoon een hotel binnenstapt zeg je eerder:
| He reservado una habitación ... | Ik heb een kamer gereserveerd ... |
| Quisiera una habitación ... | Ik zou een kamer willen ... |
Heb je het gemerkt?
Vóór otro en medio gebruikt men geen onbepaald lidwoord.
| ¿Puede darme otra almohada? | Kan u mij een ander/een extra hoofdkussen geven? |
| sentir (ie) (voelen) | servir (i) (dienen) |
| siento | sirvo |
| sientes | sirves |
| siente | sirve |
| sentimos | servimos |
| sentís | servís |
| sienten | sirven |
Ook in je vakantieparadijsje kan er al eens iets misgaan. Meestal kan je je redden met enkele belangrijke uitdrukkingen:
| Está roto (/-a). | Hij/Zij/Het is gebroken/ gebarsten/ kapot/ stuk Hij/Zij/Het werkt niet. |
| No funciona. | Hij/Zij/Het werkt niet. |
| ¿Puede arreglarlo (/la)?. | Kan u het repareren? |
| Falta ... | Er ontbreekt ... . |
Heb je het gemerkt?
| des- vóór een werkwoord = het tegenovergestelde | bloquear >< desbloquear |
| re- = opnieuw, terug-, weer- | retener = weerhouden; |
| een adjectief op -oso wijst op "een massa" | mohoso (met veel schimmel), musculoso = gespierd |
| een ZN op -dura wijst op "het resultaat van de handeling" | mordadura (= beet), quemadura (= brandwonde), torcedura (= verstuiking) ... |